print_logo.jpg

Universiteit Gent
Vakgroep Geschiedenis
Historische Databank Lokale Statistieken



Volkstelling 1900

Organisatie van de telling

In uitvoering van de wet van 2 juni 1856, die om de tien jaar een census voorschreef, organiseerde de regering een algemene telling van de bevolking op 31 december 1900. De operatie was niet alleen bedoeld om het bevolkingscijfer vast te stellen, maar diende eveneens de voornaamste kenmerken de bevolking te beschrijven, alsook de nodige inlichtingen te verzamelen voor de opmaak van nieuwe bevolkingsregisters. De vaststelling van het officiële bevolkingscijfer was noodzakelijk voor diverse bestuurlijke verrichtingen, zoals de aanpassing van het aantal zetels in het parlement.

De organisatie van de census was in handen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Onderwijs. De Commission centrale de Statistique verleende advies bij de redactie van de instructies. De eigenlijke telling en de verwerking van de gegevens werden aan de gemeentebesturen toevertrouwd. Zij stonden in voor het aanstellen van de tellers, het nummeren van de huizen, de verdeling van de gezinsformulieren, het ophalen, het aanvullen en het nazicht van de ingevulde lijsten, het depouilleren van de documenten en het verstrekken van allerlei andere inlichtingen aan de hogere overheid. De individuele gegevens moesten door de gezinshoofden worden meegedeeld. Waar nodig dienden de tellers de staten zelf in en aan te vullen.

De volledige operatie, van het eerste uitvoeringsbesluit tot de publicatie van de resultaten, nam drie jaar in beslag (april 1900-mei 1903). Het totale budget bedroeg 746 000 frank, waarvan het leeuwendeel naar de tellers ging. In totaal waren 6713 tellers bij de census betrokken, die elk een gemiddelde vergoeding van 8 centiem per getelde persoon ontvingen.


©: UGent, vakgroep Geschiedenis 2014